In Nederland heeft bijna 95% van de huishoudens een inboedelverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt schade aan persoonlijke eigendommen in huis, zoals meubels en elektronica. Dit is anders dan een opstalverzekering, die schade aan de woning zelf dekt, zoals muren en daken. De term woonverzekering is een verzamelnaam voor beide soorten verzekeringen. Het is belangrijk om te weten dat een inboedelverzekering niet altijd de volledige nieuwwaarde van beschadigde spullen uitkeert vanwege afschrijving.
Afschrijving betekent dat spullen in waarde verminderen naarmate ze ouder worden. Net als bij een nieuwe auto die direct na aankoop minder waard is, geldt dit ook voor meubels en elektronica. Een nieuwe televisie van €2.500 is direct minder waard zodra deze in huis staat. Verzekeraars gebruiken afschrijvingslijsten om jaarlijks een percentage van de waarde van eigendommen af te schrijven. Een televisie wordt bijvoorbeeld in 10 jaar afgeschreven. Deze lijsten zijn te vinden in de polisvoorwaarden of op de website van de verzekeraar.
Bij schade bepaalt de verzekeraar wat er wordt uitgekeerd: de nieuwwaarde, de dagwaarde, of de reparatiekosten. Allereerst wordt geprobeerd de schade te repareren. Als de reparatiekosten hoger zijn dan de dagwaarde, wordt de dag- of nieuwwaarde uitgekeerd. De dagwaarde is de waarde van een voorwerp een dag voordat de schade ontstond, terwijl de nieuwwaarde de oorspronkelijke aankoopprijs is. Voor spullen die nog minstens 60% van hun nieuwwaarde behouden, wordt meestal de nieuwwaarde uitgekeerd. Anders wordt de dagwaarde uitgekeerd.
bereikbaar tussen:
9:00 - 12:00 en 13:00 - 17:00